Mondelinge vragen : 27 januari 05
 

Mondelinge vragen
Schriftelijke vragen
Wetsvoorstellen


Contactgegevens
Sabien
Lahaye-Battheu
Casselstraat 252
8970 Poperinge
tel. : 057 33 77 78
Fax. : 057 33 93 29
Bureel
Kamer van volksvert.
Tel. : 02 549 85 75
Fax. : 02 549 85 54
email:

 

Geen vergoeding voor schuldbemiddelaar bij de realisatie van een onroerend goed in het kader van de collectieve schuldenregeling.
De regelgeving wat betreft de vergoeding voor de schuldbemiddelaar bij de realisatie van een onroerend goed in het kader van een collectieve schuldenregeling, vertoont volgens Sabien een hiaat. Noch de wet op de collectieve schuldenregeling, noch het koninklijk besluit dat eruit voortgevloeid is, voorziet in enige vergoeding in dat specifieke geval. Vaak wordt de veiling gelast van de onroerende goederen waarvan de verzoekers van de collectieve schuldenregeling eigenaar zijn. De verkoop creëert uiteraard een bijkomende werklast (de schuldbemiddelaar moet vb. aanwezig zijn op de dagen waarop het onroerend goed bezichtigd wordt en de ganse verkoopprocedure doorlopen) voor de schuldbemiddelaar waaraan de wetgever geen aandacht besteedde; althans niet in de vorm van een vergoeding.
Sabien legde dit hiaat voor aan Minister Onkelinx tijdens de commissie Justitie van de Kamer. De Minister gaf toe dat er geen specifieke vergoeding voorzien is voor de schuldbemiddelaar wanneer een onroerend goed gerealiseerd wordt op initiatief van de bemiddelaar in het kader van de procedure van een collectieve schuldenregeling. Maar, zo zegt ze, de rol van een bemiddelaar is niet identiek aan die van een curator (die wel een vergoeding krijgen). Het is volgens haar niet de taak van de schuldbemiddelaar om in de plaats van de schuldenaar te handelen, en dat in tegenstelling tot de curator, die in naam van de gezamenlijke schuldeisers optreedt. “De schuldbemiddelaar heeft als opdracht het opmaken van een afbetalingsplan dat het de schuldenaar mogelijk maakt zijn verbintenissen na te komen en dat hem en zijn gezin tegelijk garandeert dat hij in overeenstemming met de menselijke waardigheid kan leven.” De minister verantwoordt met andere woorden dit hiaat met de stelling dat deze opdracht (realisatie van het patrimonium of van een deel van dat patrimonium) niet de essentiële doelstelling is van de collectieve schuldenregeling, en er bijgevolg geen vergoeding moet voorzien worden voor de schuldbemiddelaars. Sabien blijft van oordeel dat de schuldbemiddelaar intussen wel onvergoed prestaties levert in het kader van zijn opdracht, en dat de vraag of deze opdracht al dan niet deel uitmaakt van de essentiële doelstelling van de collectieve schuldenregeling, hier weinig ter zake doet.