Mondelinge vragen : 12 mei 04
 

 

OCMW
Sabien gaat opnieuw in de clinch met Minister Arena. Net als elke wetgever heeft een ocmw bij een ontslag om dringende redenen drie dagen de tijd om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. De ocmw-voorzitter kan dit echter niet doen zonder een beslissing van de ocmw-raad. Door de vormvereisten en de termijnen voor de bijeenroeping kan die Raad echter moeilijk binnen een termijn van drie werkdagen samenkomen. Sabien vroeg dan ook aan Minister Marie Arena of deze omslachtige procedure niet vereenvoudigd kan worden.
De Minister antwoordde dat, hoewel de organieke wet precieze termijnen bepaalt om de Raad te kunnen samenroepen, zij ook de mogelijkheid openlaat aan de voorzitter om hiervan af te wijken in geval van dringende noodzakelijkheid. Bovendien liet zij ook verstaan dat het volgens haar noodzakelijk is dat de voltallige Raad zich buigt over een eventueel ontslag om dringende redenen, teneinde de werknemer optimaal te beschermen! Dit antwoord gaat volgens Sabien totaal voorbij aan de realiteit, alsook aan steeds hogere tewerkstellingsvereisten, die aan de ocmw’s worden gesteld. Hoe kan een ocmw nu gemotiveerd worden om zoveel mogelijk cliënten en / of leefloontrekkers tewerk te stellen zowel in hun eigen diensten als bij derden, als dat ocmw vastzit aan logge en dure (telkens de Raad moet worden bijeengeroepen, kost dit de maatschappij gemiddeld 10 x 150 euro, wat neerkomt op 1.500 euro aan zitpenningen) procedures? Van een ocmw-voorzitter kan moeilijk verwacht worden dat zij of hij bij dringende noodzakelijkheid iemand om dringende redenen gaat ontslaan, als zij of hij hiertoe niet wettelijk is gemandateerd.