2 maart 05 mondelinge vraag

Minister plaatst vraagteken bij de arbeidsvoorwaarden in pretparken.
Voor de uitbaters van pretparken is het pijnlijk te zien dat het steeds moeilijker wordt om gemotiveerde kandidaten te vinden die voor een zevental maanden bereid zijn hun handen uit de mouwen te steken. Dit in tegenstelling tot vroegere jaren, waarin een aantal werkzoekenden uit de kansengroepen op die manier een toffe job – weliswaar tijdelijk – vonden, op die manier ervaring konden opdoen en de kans kregen om het volgend jaar terug te keren. Sabien stelde dit fenomeen aan de kaak bij de Minister van Werk, Freya Van den Bossche.
"Sinds het nieuwe activeringssysteem voor werklozen in werking trad een achttal maanden geleden, zou je nochtans verwachten dat de werklozen die net moeten aantonen dat ze bereid zijn om te werken, massaal zouden inpikken op deze jobkans," aldus Sabien. "De inspanningen die de RVA en de gewestelijke bemiddelingsdiensten leveren om werklozen te begeleiden bij hun zoektocht, werpen blijkbaar weinig vruchten af, of geldt dit enkel in de specifieke sector van de pretparken?"
In haar antwoord op een parlementaire vraag van het Sabien benadrukte de Minister van Werk, Freya Van den Bossche, nochtans dat ze wel verwacht dat de maatregel inzake activering van het zoekgedrag van werklozen een effect zal hebben op de respons op vacatures door de werklozen. Dat men in de pretparken geen mensen vindt die er zeven maanden aan een stuk willen werken, kan volgens de Minister gelijk welke oorzaak hebben. Het kan zijn dat mensen minder bereid zijn om daar te gaan werken, maar het kan evengoed zo zijn dat pretparken mensen onder zodanige voorwaarden laten werken dat het interessanter kan zijn om op andere (of geen?) dan die specifieke aanbiedingen in te gaan. Of hoe de Minister van Werk de arbeidsvoorwaarden in pretparken in vraag stelt…